• kut·ha·ren

de kutharenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kuthaar
     Dus om kutharen goed te krijgen is er maar éen ding, een verfbadje.[1]
  1.   Weblink bron “Made in USA: Een Keiharde Amerikaanse Dokumentaire” (1969), A.W. Bruna, Utrecht, p. 210