Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: küren


  • ku·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kuren
kuurde
gekuurd
zwak -d volledig

kuren

  1. inergatief (medisch) een langdurige behandeling volgen
    • Ze doelt op de Oostenrijkse keizer Franz-Joseph I die hier kuurde. In Mariënbad heeft iedereen gekuurd die in Europa wat voorstelde: van Goethe tot Franz Kafka, van Wagner tot Gontsjarov. [2]

de kurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kuur
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]