kunstenaarschap
- kun·ste·naar·schap
- afleiding van kunstenaar met het achtervoegsel -schap[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kunstenaarschap | |
verkleinwoord |
het kunstenaarschap o
- het maker van kunst zijn
- ▸ Het interview - en het begeleidende artikel waarin zijn kunstenaarschap werd besproken - stond in de bijlage Amusement...[2]
- ▸ Nu kreeg Blom tijdens de openbare verdediging van zijn proefschrift de interessante vraag in hoeverre de dikte ervan, 1114 bladzijden, maatgevend is voor het belang van het kunstenaarschap van Jan Wolkers. Blom betoogde: "Ook formaat is een maat. Je kunt met dit boek een ruit van een kruidenierswinkel, of een gereformeerde kerk ingooien. Dat zou Jan Wolkers wel leuk vinden."[3]
- Het woord kunstenaarschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Het leven van Jan Wolkers in 1100 bladzijden, 'zijn geest leeft voort'” (21-10-2017), NOS