Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kruipt rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondkruipen

kruipt (...) rond

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondkruipen
    • Jij kruipt rond. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondkruipen
    • Hij kruipt rond. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rondkruipen
    • Kruipt rond! 

Gangbaarheid