Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krui·den·mand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruidenmand kruidenmanden
verkleinwoord kruidenmandje kruidenmandjes

Zelfstandig naamwoord

de kruidenmandv / m

  1. een mand waarmee men kruiden verzamelt of waarin men kruiden verzameld heeft
     Kruidenmand voor Valentijn: Prins Filip en prinses Mathilde woonden gisteren een werkvergadering bij in verblijfshoeve 't Roodhof. Het prinsenpaar maakte ook een praatje met de mensen die voor de onderneming voor sociale economie Loca Labora werken. De fans wachtten hen op in de regen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Ilse Snick
    “Kruidenmand voor Valentijn” (15 FEBRUARI 2007), De Standaard