• kro·ko·dil·le
  • Afkomstig uit het Grieks
Naar frequentie 12697
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   krokodille     m: krokodillen
v: krokodilla  
  krokodiller     krokodillene  
genitief   krokodilles     m: krokodillens
v: krokodillas  
  krokodillers     krokodillenes  

krokodille m / v

  1. (reptielen) benaming voor dieren uit de orde der krokodilachtigen (Crocodylia  )
  2. (reptielen) benaming voor dieren uit de familie der krokodillen (Crocodylidae  )


  • kro·ko·dil·le
  • Afkomstig uit het Grieks
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   krokodille     krokodilla     krokodiller     krokodillene  

krokodille v

  1. (reptielen) benaming voor dieren uit de orde der krokodilachtigen (Crocodylia  )
  2. (reptielen) benaming voor dieren uit de familie der krokodillen (Crocodylidae  )