kristalliseer uit
- kris·tal·li·seer uit
- uit kristalliseer (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
uitkristalliseren |
kristalliseer (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkristalliseren
- Ik kristalliseer uit.
- gebiedende wijs van uitkristalliseren
- Kristalliseer uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkristalliseren
- Kristalliseer je uit?
- Het woord kristalliseer uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.