Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krik·ten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opkrikken

krikten (…) op

  1. meervoud verleden tijd van opkrikken
    • Wij krikten op. 
    • Jullie krikten op. 
    • Zij krikten op. 

Gangbaarheid