kreeg klein
- Geluid: kreeg klein (hulp, bestand)
- kreeg klein
vervoeging van |
---|
kleinkrijgen |
kreeg (...) klein
- enkelvoud verleden tijd van kleinkrijgen
- Ik kreeg klein.
- Jij kreeg klein.
- Hij, zij, het kreeg klein.
- Ik kreeg klein.
- Het woord kreeg klein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.