• kra·ton
enkelvoud meervoud
naamwoord kraton kratons
verkleinwoord

kraton m/o

  1. Javaans paleis en zijn hofhouding
    • In Jogjakarta bevindt zich het kraton Ngayogyakarta Hadiningrat. 
    • In zijn kraton Kaspuhan geeft de jonge sultan Natadiningrat een rondleiding door de rijk ingerichte en gestoffeerde koninklijke zalen. [1] 
  2. (geologie) elk van de stabiele stukken continentale aardkost welke vroeg in de aardgeschiedenis gevormd zijn en de harde kernen van de schuivende continenten vormen
    • Het Afrikaanse continent is uit verschillende kratons opgebouwd. 
24 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tubantia Wilma van der Maten 20-08-15, Een Javaanse koningsstad herrijst
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be