Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kraam·gas·ten·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kraamgastenboek kraamgastenboeken
verkleinwoord kraamgastenboekje kraamgastenboekjes

Zelfstandig naamwoord

het kraamgastenboeko

  1. een boek waarin het kraambezoek zijn naam zet
    • Bij het binnenkomen schrijven de gasten van het kraamfeest hun naam in het kraamgastenboek. 

Gangbaarheid