koopkrachtbehoud
- koop·kracht·be·houd
- samenstelling van koopkracht zn en behoud zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopkrachtbehoud | |
verkleinwoord |
het koopkrachtbehoud o
- het, ondanks de inflatie, onverminderd dezelfde hoeveelheid goederen en diensten kunnen blijven kopen voor het salaris dat men ontvangt
- ▸ De vakbonden eisen voor de nieuwe cao koopkrachtbehoud en werkzekerheid. De werkgevers houden vast aan de nullijn en weigeren om werkgaranties te geven. Door deze onenigheid hebben de gemeente-ambtenaren al bijna een jaar geen cao.[1]
- ▸ De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn het eens geworden over een tweejarige cao, met als belangrijkste punten werkzekerheid en koopkrachtbehoud.[2]
- Het woord koopkrachtbehoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Amsterdam legt zich neer bij vuilnisstaking” (Dinsdag 27 april 2010, 08:19), NOS
- ↑ Weblink bron “Vuilnismannen morgen weer aan de slag” (Zaterdag 15 mei 2010, 12:01), NOS