• ko·men·de
vervoeging van: komen
verbogen vorm: komendee

komende

  1. verbogen vorm van komend, het onvoltooid deelwoord van komen
    • De komende weken zijn meer acties te verwachten. 
    • Het rijk der hemelen is komende. 

komende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van komend
     Opgelucht trok ik de volgende ochtend de moteldeur achter me dicht, de frisse lucht in, met mijn rugzak vol eten voor de komende zes dagen.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers