komende
- ko·men·de
vervoeging van: | komen |
komende
- verbogen vorm van komend, het onvoltooid deelwoord van komen
- De komende weken zijn meer acties te verwachten.
- Het rijk der hemelen is komende.
komende
- verbogen vorm van de stellende trap van komend
- ▸ Opgelucht trok ik de volgende ochtend de moteldeur achter me dicht, de frisse lucht in, met mijn rugzak vol eten voor de komende zes dagen.[1]
- Het woord komende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers