klutsen
- klut·sen
- In de betekenis van ‘door kloppen dooreenmengen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1410 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klutsen |
klutste |
geklutst |
zwak -t | volledig |
klutsen
- overgankelijk door elkaar slaand mengen
- Mijn vader klutste vaak een eitje.
de klutsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kluts
- Het woord klutsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klutsen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "klutsen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be