klokkijken
- Geluid: klokkijken (hulp, bestand)
- klok·kij·ken
- samenstelling van klok en kijken
klokkijken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klokkijken |
||
onvolledig |
- kijken hoe laat het is op een (analoge) klok
- Onze hond Moos kan geen klokkijken, maar hij weet wel precies wanneer hij wil eten: altijd. [1]
- Nooit heb ik de vooruitgang van het Nederlandse onderwijs scherper verwoord gezien dan in de volgende zin van Monique van Zandwijk, directeur van de iPad-school Digitalis in Almere: 'Een docent geeft bijvoorbeeld een workshop klokkijken voor kleuters...' (Ten eerste, 6 november).[2]
- Het woord klokkijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klokkijken" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ NRC Dick te Boekhorst
- ↑ Volkskrant Koos Hawinkels, Hilversum 8 november 2013
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be