klimstrook
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klimstrook (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klim·strook
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klimstrook | klimstroken |
verkleinwoord | klimstrookje | klimstrookjes |
Zelfstandig naamwoord
- (verkeer) rijstrook voor trager rijdend verkeer, waaronder vrachtwagens, zodat het andere snellere verkeer bij het beklimmen van een helling niet gehinderd wordt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.