klemden af
- Geluid: klemden af (hulp, bestand)
- klem·den af
vervoeging van |
---|
afklemmen |
klemden af
- meervoud verleden tijd van afklemmen
- Wij klemden af.
- Jullie klemden af.
- Zij klemden af.
- Wij klemden af.
- Het woord klemden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.