kleffen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klef·fen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
kleffen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kleffen |
klefte |
gekleft |
zwak -t | volledig |
- kleven, plakken
- ▸ Merk op, hoe de inhoud dezer verfoeilijke verzen, 'n onbelangrijke inventaris nu, tot proza uitgewerkt misschien niet onaardig had kunnen wezen. Doch hoor nu de vermeldingen in het rijm aan elkaar kleffen, zie, hoe armelijk in regel 6 ‘weg’ zonder lidwoord terugkomt, om in regel 7 te worden gevolgd door het treurige ‘Ik zeg’.[3]
- klepperen van klompen
Gangbaarheid
- Het woord kleffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ kleffen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Het begrip van verzen, en tendenz-kunst” (1904), De Gids