kleedden aan
- Geluid: kleedden aan (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkledə(n) ˈan / (3 lettergrepen)
- kleed·den aan
vervoeging van |
---|
aankleden |
kleedden (…) aan
- meervoud verleden tijd van aankleden
- Wij kleedden aan.
- Jullie kleedden aan.
- Zij kleedden aan.
- Wij kleedden aan.
- Het woord kleedden aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.