Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klap·te dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtklappen

klapte dicht

  1. enkelvoud verleden tijd van dichtklappen
    • Ik klapte dicht. 
    • Jij klapte dicht. 
    • Hij, zij, het klapte dicht. 


Gangbaarheid