• klank·fi·guur
enkelvoud meervoud
naamwoord klankfiguur klankfiguren
verkleinwoord klankfiguurtje klankfiguurtjes

klankfiguur v / m / o

  1. elk van de figuren waarin zandkorrels e.d. zich plaatsen op een plaat die met een strijkstok tot klinken wordt gebracht