Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • kir·ke·kas·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirke en kasse
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kirkekasse     kirkekassen     kirkekasser     kirkekasserne  
genitief   kirkekasses     kirkekassens     kirkekassers     kirkekassernes  

Zelfstandig naamwoord

kirkekasse, g

  1. (financieel) kerkkassa

Verwijzingen