kinderloosheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kin·der·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van kinderloos met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderloosheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kinderloosheid v
- het kinderloos zijn
- Kinderloosheid is voor veel wat oudere echtparen een groot probleem.
Gangbaarheid
- Het woord kinderloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.