Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderloosheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kinderloosheidv

  1. het kinderloos zijn
    • Kinderloosheid is voor veel wat oudere echtparen een groot probleem. 

Gangbaarheid