kijk achteruit
- kijk ach·ter·uit
vervoeging van |
---|
achteruitkijken |
kijk (...) achteruit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitkijken
- Ik kijk achteruit.
- gebiedende wijs van achteruitkijken
- Kijk achteruit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitkijken
- Kijk je achteruit?
- Het woord 'kijk achteruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.