ketent aaneen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ke·tent aan·een
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aaneenketenen |
ketent (...) aaneen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenketenen
- Jij ketent aaneen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenketenen
- Hij ketent aaneen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aaneenketenen
- Ketent aaneen!
Gangbaarheid
- Het woord 'ketent aaneen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.