kerstwinkel
- Geluid: kerstwinkel (hulp, bestand)
- kerst·win·kel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstwinkel | kerstwinkels |
verkleinwoord | kerstwinkeltje | kerstwinkeltjes |
de kerstwinkel m
- (kerst) een winkel waar (alleen) allerlei benodigdheden worden verkocht voor de viering van het kerstfeest
- In de dagen voor Kerstmis was de kerstwinkel ook in de avonden geopend.