kersttoneelstuk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·to·neel·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van kerst en toneelstuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kersttoneelstuk | kersttoneelstukken |
verkleinwoord | kersttoneelstukje | kersttoneelstukjes |
Zelfstandig naamwoord
kersttoneelstuk o
- (kerst) een toneelstuk opgevoerd in de kerstperiode waarin een kerstverhaal verteld wordt
- Het kersttoneelstuk werd opgevoerd door de leerlingen van de laagste klas van de basisschool.