kerstkriebel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·krie·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstkriebel | kerstkriebels |
verkleinwoord | kerstkriebeltje | kerstkriebeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de kerstkriebel m
- (kerst) een gevoel van aangename onrust en zin om iets in kerstsfeer te doen
- Na 5 december kwamen de kerstkriebels al sterk op.
Gangbaarheid
- Het woord 'kerstkriebel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.