kerstkamperen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·kam·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerst zn en kamperen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kerstkamperen |
||
onvolledig |
Werkwoord
kerstkamperen
- (kerst) kamperen met de kerstdagen
- Met kerstkamperen heb je een verwarmde camper nodig.