kerstcoup
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·coup
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstcoup | kerstcoups |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kerstcoup m
- (kerst) een machtsovername/coup tijdens de kerstdagen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstcoup | kerstcoups |
verkleinwoord |
de kerstcoup m