Kerstboomvorm
  • kerst·boom·vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstboomvorm kerstboomvormen
verkleinwoord kerstboomvormpje kerstboomvormpjes

de kerstboomvormm

  1. (kerst) iets dat de vorm heeft van een kerstboom
    • De bakker had de kersttaart een kerstboomvorm gegeven.