Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ker·mis·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kermishouden


onvolledig

Werkwoord

kermishouden

  1. kermis vieren
    • Iedere zomer wordt er kermisgehouden in Tilburg. 

Gangbaarheid