• keer·de te·rug
vervoeging van
terugkeren

keerde terug

  1. enkelvoud verleden tijd van terugkeren
    • Ik keerde terug. 
    • Jij keerde terug. 
    • Hij, zij, het keerde terug. 
     Toen zij acht jaar oud was, keerde haar vader, de Amerikaanse alpinist John Harlin II, niet terug van zijn gedroomde beklimming van de Eiger-noordwand in 1966.[1]
     Toen ik begreep dat Stalin gestorven was, keerde ik luid huilend terug naar mama thuis.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767