kassen
- kas·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kassen |
kaste |
gekast |
zwak -t | volledig |
kassen
- inergatief (scheepvaart) elkaar door op het water te slaan nat spatten
- Hou op met kassen!
de kassen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kas
- Het woord kassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kassen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be