• kar·van·de
  • Bijvoeglijk naamwoord: afleiding van het Nynorske werkwoord karve met het achtervoegsel -ande
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud karvande - -
o enkelvoud karvande
meervoud karvande
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
karvande - -

karvande

  1. (in kleine stukjes) hakkend
  2. (in kleine stukjes) snijdend

karvande

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van karva

karvande

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van karve