• kap·sel in
vervoeging van
inkapselen

kapsel in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkapselen
    • Ik kapsel in. 
  2. gebiedende wijs van inkapselen
    • Kapsel in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkapselen
    • Kapsel je in?