kanonneren
- Geluid: kanonneren (hulp, bestand)
- ka·non·ne·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kanonneren |
kanonneerde |
gekanonneerd |
zwak -d | volledig |
kanonneren [2]
- overgankelijk (militair) met kanonnen beschieten
- Het woord kanonneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.