kanker in
- kan·ker in
vervoeging van |
---|
inkankeren |
kanker (...) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkankeren
- Ik kanker in.
- gebiedende wijs van inkankeren
- Kanker in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkankeren
- Kanker je in?
- Het woord kanker in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.