kanadaaischi
- ka·na·daa·ischi
- Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het achtervoegsel -isch en met de woorduitgang -i
kanadaaischi
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van kanadaaisch
kanadaaischi
- onbepaald nominatief en accusatief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van kanadaaisch