kalis
- ka·lis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalis | kalissen |
verkleinwoord |
de kalis m
- zwerver, landloper, vagebond
- pleziermaker, pierewaaier, nietsnut
- iemand die arm is
- stakker
- Het woord kalis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kalis" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ kalis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be