• ka·kel·nest·jes

de kakelnestjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kakelnest
      De kakelnestjes van V.V.V. trokken Zaterdagmiddag onder leiding van hunnen voorzitter per schoenmakerspoor, naar de Dr. Batenburglaan om daar S.A.B. partij te geven.[1]
  1.   Weblink bron in: Dagblad van Noord-Brabant, jrg. 73 nr. 14780 (7 november 1933), Gebr. Oukoop, Breda, p. 3 kol. 2