kaboutermutsjes
- Geluid: kaboutermutsjes (hulp, bestand)
- IPA: / kaˈbɑutərˌmʏtʃəs / (5 lettergrepen)
- ka·bou·ter·muts·jes
- kaboutermutsje met uitgang -s
de kaboutermutsjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kaboutermuts
- Ik speel eigenlijk nooit met meisjes. Ze kunnen geen leuke spelletjes bedenken. Eén keer heb ik kaboutermutsjes met ze gemaakt. [1]
- Het woord 'kaboutermutsjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Donovangeciteerd in:Bolwijn, M."De ondergang van een buurthuis" in: Het Parool jrg. 55 nr. 15340 (18 februari 1995); p. 23 kol. 6; geraadpleegd 2019-02-06