Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·bou·ter·muts·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het kaboutermutsjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kaboutermuts
    • Verlangend kijkt Fransje telkens naar de klok of de punten van het kaboutermutsje nu eindelijk drie uur zullen aanwijzen. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen