kabbelt af
- Geluid: kabbelt af (hulp, bestand)
- kab·belt af
uit kabbelt (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
afkabbelen |
kabbelt (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkabbelen
- Jij kabbelt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkabbelen
- Hij kabbelt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkabbelen
- Kabbelt af!
- Het woord 'kabbelt af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.