Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kab·bel·ka·bi·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kabbelkabinet kabbelkabinetten
verkleinwoord kabbelkabinetje kabbelkabinetjes

Zelfstandig naamwoord

het kabbelkabineto

  1. (politiek) een kabinet dat voortkabbelt en beleidsbeslissingen overlaat aan een nieuw kabinet
    • Door interne onenigheid nam het kabbelkabinet verder geen besluiten meer. 

Gangbaarheid