kabaja
  • ka·ba·ja
enkelvoud meervoud
naamwoord kabaja kabaja's
verkleinwoord

de kabajam

  1. (kleding) hemd of huisjasje voor vrouwen uit Indonesië
     Terug op de modeshow is duidelijk dat de ontwerpers zich hebben laten inspireren door traditionele kleding uit de archipel: batik, tie-dye, sarongs, kabaja en slendangs.[3]
17 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[4]
  1. kabaja op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Een goede moslima worden in trendy moslimkleding” (2 juli 2010,), Het Parool
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be