Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaas·schaam·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaasschaamte
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kaasschaamtev

  1. (voeding) gevoel van schaamte vanwege het eten van kaas, omdat de productie hiervan voor zware milieubelasting zorgt
     Onderweg naar de kaasboer (ik besef dat ik me hier op glad ijs begeef sinds ook het begrip ‘kaasschaamte’ is toegevoegd aan de vlieg-, vlees-, douche- open haard- en plasticschaamte die we al hadden, maar de waarheid moet op tafel) onderweg naar de kaasboer dus, passeerde ik de buurtbrievenbus[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Moest ik me nu ook al gaan schamen voor het feit dat ik geen papieren brieven meer schrijf?” (27 juni 2019), de Volkskrant