kaasbolletje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kaas·bol·le·tje
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van kaasbol met het achtervoegsel -etje
- samenstelling van kaas en bolletje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaasbolletje | kaasbolletjes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kaasbolletje o dim. tant. [1]
- (voeding) met kaas gevulde of naar kaas smakende bolvormige traktatie
Zelfstandig naamwoord
het kaasbolletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kaasbol