Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaart·te na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nakaarten

kaartte na

  1. enkelvoud verleden tijd van nakaarten
    • Ik kaartte na. 
    • Jij kaartte na. 
    • Hij, zij, het kaartte na. 


Gangbaarheid