Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaart·au·to·maat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaartautomaat kaartautomaten
verkleinwoord kaartautomaatje kaartautomaatjes

Zelfstandig naamwoord

de kaartautomaatm

  1. verkoopautomaat waar men bijvoorbeeld vervoersbewijzen of toegansbewijzen kan kopen
    • Op de meeste treinstations staan kaartautomaten. 

Meer informatie

Gangbaarheid